aankorsting
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aankorsting (hulp, bestand)
Woordafbreking
- aan·kors·ting
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van Naamwoord van handeling aankorsten met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aankorsting | aankorstingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- dat wat zich ergens als een korst aan vastgehecht heeft
Gangbaarheid
- Het woord 'aankorsting' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.