aankoopverantwoordelijke

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·koop·ver·ant·woor·de·lij·ke
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aankoopverantwoordelijke aankoopverantwoordelijken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de aankoopverantwoordelijkev / m

  1. persoon in een organisatie die zorgt voor de inkoop van goederen en diensten bij externe partijen
     ‘Vroeger was het meer een taboe om een cadeautje in een tankstation te kopen’, zegt Nisken Willekens, aankoopverantwoordelijke bij Maes. ‘Die tijd is voorbij.’[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 7 februari 2024 Weblink bron “Valentijn vergeten? Tankstation kan redding zijn” (Vrijdag 14 februari 2020 om 12:06), De Standaard