aankoopkracht

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·koop·kracht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aankoopkracht aankoopkrachten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de aankoopkrachtv / m

  1. de macht die een bedrijf heeft om de inkoopsprijs naar beneden te brengen
     Gemiddeld lag de prijs in de winkels dicht bij een Albert Heijn 2 procent lager dan in winkels verder af. Volgens Jeroen Jorssen, analytisch consultant bij AC Nielsen, blijken de prijsverschillen groter te zijn voor producten waar Albert Heijn zijn aankoopkracht in Nederland kan laten gelden dan voor typisch Belgische producten (pakweg een bak Jupiler).[1]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 5 juni 2022 Weblink bron
    hrt
    “Albert Heijn duwt prijzen omlaag” (21/03/2014), De Standaard