aankoopkoers
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aankoopkoers (hulp, bestand)
- IPA: / ˈaŋkopˌkurs / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·koop·koers
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aankoop zn en koers zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aankoopkoers | aankoopkoersen |
verkleinwoord | aankoopkoersje | aankoopkoersjes |
Zelfstandig naamwoord
de aankoopkoers m
- (economie) betaalde prijs bij aanschaf van effecten en valuta
- ▸ Daarnaast mocht u de aandelen moeten leveren dan doet u dit met een winst wanneer de strikes boven uw aankoopkoers ligt. Tevens kunt u mogelijke dividenden ontvangen en ontvangt u uiteraard de optiepremie.[1]
Vertalingen
1. de prijs die men voor iets betaalde bij aankoop m.n. van effecten en valuta
Gangbaarheid
- Het woord aankoopkoers staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Ronald Kok“Raad inzake de speculatietaks: schrijven van langere calls” (24/12/2015), De Standaard
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Economie in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal