aankomstplek

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  aankomstplek    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• aan·komst·plek

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  aankomst zn  en  plek zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	aankomstplek	aankomstplekken
verkleinwoord	aankomstplekje	aankomstplekjes

Zelfstandig naamwoord

de aankomstplek v / m

1. plaats waar iets of iemand arriveert

   ▸ Omroep NTR had de precieze aankomstplek van de Sint vooraf geheimgehouden, om te voorkomen dat er veel belangstellenden op de intocht zouden afkomen. Vanwege het coronavirus mocht er dit jaar geen publiek bij zijn.

   ▸ De landelijke intocht van Sinterklaas is zaterdag in het niet-bestaande plaatsje Zwalk. Dat bleek uit de eerste aflevering van het Sinterklaasjournaal, die vanavond werd uitgezonden. Er is dit jaar gekozen voor een geheime aankomstplek vanwege de coronacrisis.

   ▸ Als ze op de aankomstplek om zich heen kijkt, ziet Dionne wandelaars die net zo blij zijn als zij dat ze de tweede etappe hebben volbracht. Maar in tegenstelling tot gebruikelijk hebben de meeste lopers geen puf om nog even bij de muziek te blijven hangen. Ook Dionne zoekt de rust op. "Normaal drink ik na aankomst een koel biertje, maar na al dat water heb ik daar geen zin in."

Hyponiemen

• aankomsthal

Synoniemen

• aankomstplaats

Gangbaarheid

• Het woord 'aankomstplek' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.