aanharkten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanharkten (hulp, bestand)
- IPA: / ˈanhɑrəktə(n) / (3 of 4 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·hark·ten
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanharken |
aanharkten
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van aanharken
- ...dat wij aanharkten.
- ...dat jullie aanharkten.
- ...dat zij aanharkten.
- ...dat wij aanharkten.
Gangbaarheid
- Het woord 'aanharkten' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.