aangifteverplichting

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·gif·te·ver·plich·ting
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aangifteverplichting aangifteverplichtingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de aangifteverplichtingv

  1. de verplichting om een misdaad te melden bij de politie
     Bovendien geldt voor het misdrijf 197 Sr niet een aangifteverplichting zoals bedoeld in artikel 160 Sv (dit artikel bepaalt dat voor bepaalde misdrijven aangifte moet worden gedaan door een ieder). Dat geldt dus niet voor 197 Sr: Als je kennis draagt van dit misdrijf hoef je hiervan geen melding te maken.[1]
  2. de verplichting om belastingaangifte te doen; verplichting om goederen aan te geven bij de douane
     Veel belastingplichtigen zullen een dezer maanden weer hun jaarlijkse aangifteverplichtingen voldoen door het indienen van de aangifte inkomstenbelasting. Ondanks het feit dat de Nederlandse belastingmoraal buitengewoon goed is, wil niemand te veel belasting betalen.[2]
Vertalingen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 5 juni 2022 Weblink bron “Reactie ministerie Veiligheid en Justitie” (25-02-2013), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 5 juni 2022 Weblink bron
    Bram Cornelissen
    “Fiscus beschermt monumentaal pand” (24 februari 2011), Reformatorisch Dagblad