aandachtseconomie
Uiterlijk
- aan·dachts·eco·no·mie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aandachtseconomie | aandachtseconomieën |
verkleinwoord | aandachtseconomietje | aandachtseconomietjes |
de aandachtseconomie v
- (economie) samenleving waarbij het trekken van de aandacht van de consument van groot belang is
- ▸ De aandachtseconomie waar wij volgens filosoof en publicist Hans Schnitzler deel van uitmaken heeft daar een groot aandeel in. Volgens hem leven we in een 'etalage-samenleving'. "Digitale media zijn natuurlijk een soort etalages. En wat wil je van etalages? Dat het er goed uitziet, dat dingen opvallen en dat mensen stil blijven staan."[1]
- ▸ James Williams werkte tien jaar als reclamestrateeg bij Google, maar waarschuwt nu juist voor de invloed van grote techbedrijven. Die hebben volgens hem een 'aandachtseconomie' gecreëerd, waarin adverteerders continu strijden om de tijd en aandacht van de consument.[2]
- ▸ Hij legt uit dat onze aandacht tegenwoordig gewoon geld waard is. "We leven in een aandachtseconomie. Er zijn nu vier miljoen apps en al die makers willen dat jij jouw aandacht op hun app richt. Ze gebruiken kennis uit de psychologie om dat voor elkaar te krijgen."[3]
- Het woord 'aandachtseconomie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Schelden en doodsbedreigingen: wat bezielt de online-moraalpolitie?” (Donderdag 27 september 2018, 13:33), NOS
- ↑ Weblink bron “De macht van Google: 'Paar mensen beïnvloeden mening en gedrag van miljarden'” (Donderdag 26 april 2018, 11:35), NOS
- ↑ Weblink bron “'Multitasken is compleet inefficiënt'” (Dinsdag 18 augustus 2015, 15:12), NOS