aanbouwzorgkamer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·bouw·zorg·ka·mer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aanbouwzorgkamer aanbouwzorgkamers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de aanbouwzorgkamerv / m

  1. een kamer die aan een bestaande woning wordt gebouwd en waarin men iemand kan verplegen
     De eerste 'aanbouwzorgkamer' van ons land is vandaag opgeleverd. Deze kant-en-klare unit kan op een woonhuis worden aangesloten, zodat zieke mensen langer of gemakkelijker thuis kunnen blijven wonen.[1]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 10 juni 2022 Weblink bron “Eerste aanbouwzorgkamer in gebruik genomen”, -