aanbiddelijkers
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanbiddelijkers (hulp, bestand)
- IPA: / amˈbɪdələkərs / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·bid·de·lij·kers
Bijvoeglijk naamwoord
aanbiddelijkers
- partitief van de vergrotende trap van aanbiddelijk
- Dat is iets aanbiddelijkers...
Gangbaarheid
- Het woord 'aanbiddelijkers' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.