aanbetaalden
Uiterlijk
- Geluid: aanbetaalden (hulp, bestand)
- IPA: / ˈambəˌtaldən / (4 lettergrepen)
- aan·be·taal·den
vervoeging van |
---|
aanbetalen |
aanbetaalden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van aanbetalen
- ...dat wij aanbetaalden.
- ...dat jullie aanbetaalden.
- ...dat zij aanbetaalden.
- ...dat wij aanbetaalden.
- Het woord aanbetaalden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.