a-priorisch

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • a-pri·o·risch
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen a-priorisch
verbogen a-priorische
partitief a-priorisch - -

Bijvoeglijk naamwoord

a-priorisch

  1. gebaseerd op veronderstellingen of vooroordelen
    • Daar kan tegenover worden gesteld dat iedere wetenschap wel enkele a-priorische principes veronderstelt. 
    • De wiskunde is geheel gebaseerd op a-priorische principes die we axioma's noemen. 

Gangbaarheid