Zwilling

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Pennsylvania-Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • Zwil·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief - - - der Zwilling - - - - - -
datief - - - em Zwilling - - - - - -
accusatief - - - der Zwilling - - - - - -

Eigennaam

Zwilling, m

  1. (sterrenbeeld) het sterrenbeeld Tweelingen
  2. (astrologie) teken van de dierenriem Tweelingen (21 mei tot 21 juni)
Verwante begrippen
Dierkrees

Widder

Schtier

Zwilling

Grebs

Leeb

Blummefraa

Wog

Skorpion

Schitz

Schteebock

Wassermann

Fisch
Opmerkingen