Zwickel
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Duits
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
Zwickel m
- (bouwkunde) hoekstuk tussen een cirkel en de rechthoekige omlijsting hiervan
- (kleding) een wigvormig inzetstuk op kledingstukken
- (regionaal) (figuurlijk) een raar, zonderling persoon, zwikzwak
- (regionaal) biertap voor het proeven van het jongbier, zwik
Verwante begrippen
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Zwickel in:
Wolfgang Pfeifer et al.Etymologisches Wörterbuch des Deutschen, digitalisierte und von Wolfgang Pfeifer überarbeitete Version im Digitalen Wörterbuch der deutschen Sprache (1993) op dwds.de