Z.K.H.

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  Z.K.H.    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌzɛinəˈkonɪŋkləkə ˈhoxhɛit / (8 lettergrepen)

Woordafbreking

• Z.K.H.

Woordherkomst en -opbouw

• (afkorting) Zijne Koninklijke Hoogheid

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	Z.K.H.	H.H.K.K.H.H.
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de Z.K.H. m

1. titel voor niet-regerend mannelijk lid van een koninklijk geslacht

   ▸ De finale in TivoliVredenburg, bijgewoond door beschermheer Z.K.H. Prins Constantijn, was spannend.

Antoniemen

• mannelijke vorm van H.K.H.

Verwante begrippen

• Z.K.M.

Gangbaarheid

• Het woord Z.K.H. staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.