Woot
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- Woot
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Woot | Woten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de Woot m
- (demoniem) iemand die behoort tot een Oostzeefinse taal sprekend volk uit een gebied zuidwestelijk van Sint Petersburg in Rusland
- Dit is Marina Ilyina, de conservator van het museum en zelf ook een Woot. [1]
Gangbaarheid
- Het woord 'Woot' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.