WikiWoordenboek:Zeeuwse sterke en onregelmatige werkwoorden

Uit WikiWoordenboek

De onderstaande tabel geeft een (vooralsnog incompleet) overzicht van Zeeuwse sterke, halfsterke en onregelmatig zwakke werkwoorden. Vormen die afwijken van het Standaardnederlands staan vet weergegeven. De Standaardnederlandse vertaling staat alleen weergegeven als dat noodzakelijk is.

Het al dan niet optreden van de g- aan het begin en de -n aan het eind van een woord is een kwestie van dialect. Zie voor meer informatie bijvoorbeeld Wikipedia en Wikibooks.

infinitief verleden tijd voltooid deelwoord
belande(n) belond belonde(n)
breie(n) bree (g)ebreeë(n)
brienge(n) brocht (g)ebrocht
dienke(n) docht (g)edocht
doeë(n) dee, deeë(n) (g)edae(n)
draege(n) droeg (g)edroge(n)
è(n) (hebben) ao, aodde(n) (g')aod
erve(n) orf (g')orve(n)
'ebbe(n) zie è
'ore(n) (horen) 'oorde (g')ore(n)
'ouwe(n) (houden) 'ieuw (g')ouwe(n)
jaege(n) joeg (g)ejoge(n)
maeke(n) miek (g)emaekt
ore(n) (worden)[1] wier (g')ore(n)
raeke(n) rocht (g)erocht
vege(n) voog (g)evoge(n)
vraege(n) vroeg (g)evroge(n)
worre (worden) [1] wier (g)eworre(n)
  1. 1,0 1,1 ore(n) en worre(n) zijn dialectische varianten. Ze sluiten elkaar onderling uit: komt het ene woord voor, dan kan het andere niet in hetzelfde dialect optreden