WikiWoordenboek:Protologisme/tienduizendhoek

Uit WikiWoordenboek
Uitspraak
Woordafbreking
  • tien·dui·zend·hoek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tienduizendhoek tienduizendhoeken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

tienduizendhoek m

  1. (filosofie) meetkundige figuur met tienduizend hoeken
     Stel ik me evenwel een veelhoek met een zeer groot aantal zijden voor, dan heb ik daardoor beslist niet het begrip van den duizendhoek, want de voorstelling onderscheidt zich in niets van de figuur, die ik verkrijg, indien ik me de voorstelling van een tienduizendhoek poog te vormen.[1]
Vertalingen

Gangbaarheid

  1. Bronlink geraadpleegd op 15 april 2020 Weblink bron in:
    A.C. Elsbach, H.T. de Graaf, H.J. Jordan, K.F. Proost & G.H. van Senden (red.)
    Encyclopaedisch handboek van het moderne denken (2 delen) (1931), p. 114