Vijftigers

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: vijftigers
Wanneer het jaartal 50 op je verjaardagstaart staat, behoor je tot de vijftigers.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Vijf·ti·gers
Woordherkomst en -opbouw
  • Vijftiger met de uitgang -s, verwijzing naar de jaren 50 van de 20e eeuw naar analogie van de Tachtigers in de 19e eeuw

Eigennaam

de Vijftigersmv

  1. alleen meervoud (letterkunde) literaire stroming die opgang maakte in de jaren 50 van de 20e eeuw
     Pas na de oorlog zorgden de Vijftigers met hun experimentele poëzie voor een doorbraak van de avant-garde in de literatuur.[1]
Synoniemen
Verwante begrippen

Zelfstandig naamwoord

de Vijftigersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord Vijftiger
    • Net als andere Vijftigers als Paul Rodenko en Bert Schierbeek, die later nog een gedicht over Piet Keizer zou schrijven, kreeg Vinkenoog een basisplaats toebedeeld. Wie ook aantrad in de Podium-wedstrijd was Remco Campert, een Vijftiger van het eerste uur. [2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 8 april 2024 Weblink bron
    Jacqueline Bel
    “Bloed en rozen. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1900-1945.”, 3e druk (2018), Prometheus, Amsterdam, ISBN 9789035130470, p. 584 op Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren op Wikipedia
  2. Brouwer, E. e.a.
    Literatuur met een doel. Schrijvers over voetbal. (2000) Uitgeverij L.J. Veen, Amsterdam/Antwerpen / Letterkundig Museum, Den Haag
    ; ISBN 9020459562; p. 29; geraadpleegd 2017-02-02