Uruguees
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- Uru·guees
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Uruguees | Uruguezen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de Uruguees m
- (demoniem) een inwoner van Uruguay, of iemand afkomstig uit Uruguay
Synoniemen
Verwante begrippen
Demoniemen bij Uruguay in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Uruguayaan, Uruguees • inwoonster: Uruguayaanse, Uruguese • bijvoeglijk: Uruguayaans, Uruguees |
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | Uruguees | Urugueser | Urugueest |
verbogen | Uruguese | Uruguesere | Urugueeste |
partitief | Uruguees | Uruguesers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
Uruguees
- (demoniem) op Uruguay betrekking hebbend
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord Uruguees staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.