USB-hub

Uit WikiWoordenboek
1. verdeeldoos waarmee meerdere apparaten tegelijk op dezelfde USB-poort worden aangesloten

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • USB-hub
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord USB-hub USB-hubs
verkleinwoord USB-hubje USB-hubjes

Zelfstandig naamwoord

de USB-hubm

  1. (informatica) verdeeldoos waarmee meerdere apparaten tegelijk op dezelfde USB-poort worden aangesloten
    • Gelukkig voeg je snel extra USB-poorten aan je pc toe met behulp van een USB-hub. [1]
Schrijfwijzen
Verwante begrippen
Opmerkingen
  • Omdat de afkorting "USB" steeds meer in het spraakgebruik voorkomt, is de spelling met kleine letters "usb" ook verdedigbaar geworden.[2]
  • De spelling is "USB-hub" met een koppelteken "-" vanwege spellingregel 6.H.

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen