Tanzpaar

Uit WikiWoordenboek

Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • Tanz·paar
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van de Duitse zelfstandige naamwoorden Tanz en Paar
enkelvoud meervoud
nominatief das Tanzpaar die Tanzpaare
genitief des Tanzpaares
des Tanzpaars
der Tanzpaare
datief dem Tanzpaar den Tanzpaaren
accusatief das Tanzpaar die Tanzpaare

Zelfstandig naamwoord

Tanzpaar, o

  1. (dans) danspaar
Hyponiemen
Verwante begrippen