Tanzaniaanse
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- Tan·za·ni·aan·se
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van Tanzaniaans met het achtervoegsel -e
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Tanzaniaanse | Tanzaniaansen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de Tanzaniaanse v
- (demoniem) een vrouwelijke inwoner van Tanzania, of een vrouw afkomstig uit Tanzania
Verwante begrippen
Demoniemen bij Tanzania in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Tanzaniaan • inwoonster: Tanzaniaanse • bijvoeglijk: Tanzaniaans |
Bijvoeglijk naamwoord
Tanzaniaanse
- verbogen vorm van de stellende trap van Tanzaniaans
Gangbaarheid
- Het woord Tanzaniaanse staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.