Stejnegers spitssnuitdolfijn
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- Stej·ne·gers spits·snuit·dol·fijn
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Stejnegers spitssnuitdolfijn | Stejnegers spitssnuitdolfijnen |
verkleinwoord | Stejnegers spitssnuitdolfijntje | Stejnegers spitssnuitdolfijntjes |
Zelfstandig naamwoord
de Stejnegers spitssnuitdolfijn m
- (walvisachtigen) Mesoplodon stejnegeri een spitssnuitdolfijn uit het geslacht Mesoplodon. De Noors-Amerikaanse bioloog Leonhard Hess Stejneger heeft als eerste de soort beschreven in 1885, gebaseerd alleen op een schedel. Gedurende bijna een eeuw is er verder geen onderzoek gedaan naar de rest van de soort. Laat in de jaren zeventig zijn meerdere dieren aangespoeld, maar pas in 1994 werd het uiterlijk beschreven van de soort
Hyperoniemen
- spitssnuitdolfijnen, tandwalvissen, walvisachtigen, zoogdieren, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren
Gangbaarheid
- Het woord 'Stejnegers spitssnuitdolfijn' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.