spits: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Standaardisatie punt |
k standaardisatie |
||
Regel 10: | Regel 10: | ||
#drukte in het verkeer op bepaalde tijdstippen |
#drukte in het verkeer op bepaalde tijdstippen |
||
{{bijv-1|Hij ging in de '''{{pn}}''' naar zijn werk.}} |
{{bijv-1|Hij ging in de '''{{pn}}''' naar zijn werk.}} |
||
#{{sport| |
#{{sport|nld}} een voetballer die voor in het veld staat |
||
{{bijv-1|Van de aanvallers is de '''{{pn}}''' meestal diegene die de meeste doelpunten maakt.}} |
{{bijv-1|Van de aanvallers is de '''{{pn}}''' meestal diegene die de meeste doelpunten maakt.}} |
||
#kleine, oorspronkelijke soort honden |
#kleine, oorspronkelijke soort honden |
Versie van 3 okt 2011 04:29
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- spits
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | spits | spitsen |
verkleinwoord | spitsje | spitsjes |
Zelfstandig naamwoord
- drukte in het verkeer op bepaalde tijdstippen
- Hij ging in de spits naar zijn werk.
- (sport) een voetballer die voor in het veld staat
- Van de aanvallers is de spits meestal diegene die de meeste doelpunten maakt.
- kleine, oorspronkelijke soort honden
- klein vrachtschip
Vertalingen
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | spits | spitser | spitst |
verbogen | spitse | spitsere | spitste |
Bijvoeglijk naamwoord
spits
- in een punt uitkomend
- Hij kreeg de spitse pijl in zijn been.
- scherpzinnig.
- Ze gaf hem weer zo'n spits antwoord.
Vertalingen
scherpzinnig