WikiWoordenboek:Persoon: verschil tussen versies

Uit WikiWoordenboek
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 63: Regel 63:


In het Fijiaans is het ingewikkelder: er zijn namelijk vier personen (eerste, eerste insluitend, tweede en derde) in combinatie met niet minder dan ''vier'' [[WikiWoordenboek:Getal|getallen]] ([[WikiWoordenboek:Enkelvoud|enkelvoud]], [[WikiWoordenboek:Tweevoud|tweevoud]], [[WikiWoordenboek:Weinigvoud|weinigvoud]] en [[WikiWoordenboek:Meervoud|meervoud]]) . De combinatie enkelvoud en eerste persoon insluitend ontbreekt echter.
In het Fijiaans is het ingewikkelder: er zijn namelijk vier personen (eerste, eerste insluitend, tweede en derde) in combinatie met niet minder dan ''vier'' [[WikiWoordenboek:Getal|getallen]] ([[WikiWoordenboek:Enkelvoud|enkelvoud]], [[WikiWoordenboek:Tweevoud|tweevoud]], [[WikiWoordenboek:Weinigvoud|weinigvoud]] en [[WikiWoordenboek:Meervoud|meervoud]]) . De combinatie enkelvoud en eerste persoon insluitend ontbreekt echter.
{{fij-pers}}


==Derde persoon==
==Derde persoon==

Versie van 21 sep 2011 05:51

In de grammatica van de meeste talen onderscheidt men in deze categorie drie, bij sommige vier personen.

Eerste persoon: de spreker
Tweede persoon: de toegesprokene
Derde persoon: geen van beiden

In sommige met name Austronesische talen komt een Eerste persoon insluitend voor.

Woordsoorten die vaak verschillende vormen kennen afhankelijk van de persoon waarop zij betrekking hebben zijn:

Werkwoorden
Persoonlijke voornaamwoorden
Bezittelijke voornaamwoorden

In sommige talen, zoals de Keltische hebben ook voorzetsels persoonlijke vormen.

Eerste persoon

De eerste persoon vertegenwoordigt de spreker in een zin en voorbeeld van de grammaticale categorie persoon Woordsoorten die volgens deze categorie een speciale vorm aannemen om uit te drukken dat de spreker bedoeld is zijn

  1. werkwoorden: loop, ben
  2. persoonlijke voornaamwoorden : ik, mij, wij, ons
  3. bezittelijke voornaamwoorden : mijn, onze

Bij samengestelde werkwoorden vertoont in de regel alleen het hulpwerkwoord de kenmerkende vorm van de persoon. Dit woord wordt daarom de persoonsvorm genoemd.

ik word geslagen

Tweede persoon

De tweede persoon drukt in vrijwel alle talen de toegesproken persoon of personen uit.


Woordsoorten die in het Nederlands volgens deze categorie een speciale vorm aannemen om uit te drukken dat de toegesprokene bedoeld is, zijn:

  1. werkwoorden: loopt, bent
  2. persoonlijke voornaamwoorden : jij, jou, jullie, je. u
  3. bezittelijke voornaamwoorden : jouw, jullie, je, uw

Bij samengestelde werkwoorden vertoont in de regel alleen het hulpwerkwoord de kenmerkende vorm van de persoon. Dit woord wordt daarom de persoonsvorm genoemd.

jij wordt geslagen

Een Nederlandse eigenaardigheid is dat bij omkering de uitgang -t bij de jij vorm weggelaten wordt:

word jij geslagen?

In veel talen kent de tweede persoon een onderscheid naar formeel en informeel:

jij --- u
tu --- vous
du --- Sie

In sommige talen onderscheidt men ook benadrukt van onbenadrukt:

jij bent -- je bent

Eerste persoon insluitend

In sommige talen zoals Fijiaans komt er naast de eerste en de tweede persoon ook een persoon voor die deze beide insluit. Deze persoon is dus een combinatie van de sprekende (eerste) en de aangesproken (tweede) persoon.

Bijvoorbeeld keimami betekent wij met uitsluiting van de aangesproken persoon. Dit is de eerste persoon meervoud.

Echter keda betekent: wij met insluiting van de aangesproken persoon. Dit is het meervoud van de insluitende eerste persoon.

Ook andere Austronesische talen zoals Tagalog en Indonesisch kennen een insluitende eerste persoon meervoud.

In het Fijiaans is het ingewikkelder: er zijn namelijk vier personen (eerste, eerste insluitend, tweede en derde) in combinatie met niet minder dan vier getallen (enkelvoud, tweevoud, weinigvoud en meervoud) . De combinatie enkelvoud en eerste persoon insluitend ontbreekt echter.

Derde persoon

De derde persoon is een persoon die noch de spreker noch de aangesprokene is maar waar het gezegde in de zin over handelt.

De derde persoon is hiermee de meest gebruikelijke persoon. Wanneer het onderwerp van de zin door een zelfstandig naamwoord gevormd wordt, staat de zin vanzelf in de derde persoon.

Woordsoorten die volgens deze categorie een speciale vorm aannemen zijn:

  1. werkwoorden: loopt, is, lopen, zijn
  2. persoonlijke voornaamwoorden : hij, zij, het, hem, haar, hun, hen, ze
  3. bezittelijke voornaamwoorden : zijn, haar, hun

Bij samengestelde werkwoorden vertoont in de regel alleen het hulpwerkwoord de kenmerkende vorm van de persoon. Dit woord wordt daarom de persoonsvorm genoemd.

hij wordt geslagen

Onpersoonlijke vormen

Er zijn ook vormen waarbij de persoon als onbekend beschouwd wordt. Soms worden zij weergegeven met behulp van een onbepaald voornaamwoord, zoals men:

Men heeft dat wel gedaan.

Een ander voornaamwoord dat wel gebruikt wordt, bij onpersoonlijke werkwoorden zoals spijten of regenen is het:

Het spijt me dat het regent.

Er zijn echter ook andere constructies mogelijk. In het Nederlands wordt bijvoorbeeld de onpersoonlijke vorm van de lijdende vorm vaak ingeleid met het bijwoord er:

Er wordt gebeld!

In andere talen zijn er nog andere vormen. In het Bretons bijvoorbeeld bestaan onpersoonlijke vormen van het voorzetsel.