vest

Nederlands

Een man in een vest[1].

Uitspraak

• Geluid:  vest    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• vest

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	vest	vesten
verkleinwoord	vestje	vestjes

Zelfstandig naamwoord

[A] vest o

1. (kleding) een mouwloos jasje, te dragen onder de jas van het kostuum
2. (kleding) kort (gebreid) jasje met mouwen

Typische woordcombinaties

• [1]: een kogelvrij vest

Vertalingen

    1. een mouwloos jasje, te dragen onder de jas van het kostuum   

Duits: Weste (de) v, Jacke (de) v Engels: cardigan (en) Frans: gilet (fr) Italiaans: gilé (it)

Noors: vest (no) m Nynorsk: vest (nn) m Spaans: chaleco (es)

Zelfstandig naamwoord

[B] vest v / (m)

1. stadsgracht
2. vestingmuur, stadswal

Schrijfwijzen

• veste

Noors

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: /ʋest/

Woordafbreking

• vest

Woordherkomst en -opbouw

• Afkomstig van het Oudnoorse woord vestr.

stellend	vergrotend	overtreffend
vest	mer vest	mest vest

Bijwoord

vest

1. westelijk

Afgeleide begrippen

• vestafrikansk, vesteuropeisk, vestafor, vestafra

Uitdrukkingen en gezegden

Det gikk rett vest.

• Er is volledig mislukt.

Woordherkomst en -opbouw

• Afkomstig van het Latijnse woord vestis.

Zelfstandig naamwoord

vest m

1. (kleding) vest

   «Politiet hadde på seg skuddsikre vester.»

   De politie droeg kogelvrije vesten.

Verbuiging

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	vest	vesten	vester	vestene
genitief	vests	vestens	vesters	vestenes

Hyperoniemen

• klær

Afgeleide begrippen

• redningsvest, ullvest, vesteknapp, vestelomme

Uitdrukkingen en gezegden

ha flere drammer under vesten

• Verschillende glaasjes schnaps gedronken hebben.

Woordherkomst en -opbouw

• Afkomstig van het Oudnoorse woord vestr.

Zelfstandig naamwoord

vest o

1. (aardrijkskunde) westen

   «Sola går ned i vest.»

   De zon gaat onder in het westen.

2. (politiek) het westelijk halfrond (West-Europa en VS)
3. de positie van een speler bij bridge

Verbuiging

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	vest

Hyperoniemen

• [1] himmelretning, verdenshjørne

Afgeleide begrippen

• [1] vestafrikaner, vestape, vestavind, vestfront, vestgoter, Vest-Preussen, Vest-Virginia, Vestindia
• [2] vestblokk

Uitdrukkingen en gezegden

[2] konflikt mellom øst og vest

• Een conflict tussen het oosten en westen.

Nynorsk

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: /ʋest/

Woordafbreking

• vest

Woordherkomst en -opbouw

• Afkomstig van het Oudnoorse woord vestr.

stellend	vergrotend	overtreffend
vest	mer vest	mest vest

Bijwoord

vest

1. westelijk

Afgeleide begrippen

• vestafrikansk, vesteuropeisk, vestafor, vestafrå

Uitdrukkingen en gezegden

Det gjekk rett vest.

• Er is volledig mislukt.

Woordherkomst en -opbouw

• Afkomstig van het Latijnse woord vestis.

Zelfstandig naamwoord

vest m

1. (kleding) vest

   «Politiet hadde på seg skuddsikre vester.»

   De politie droeg kogelvrije vesten.

Verbuiging

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	vest	vesten	vestar	vestane
genitief

Hyperoniemen

• klær

Afgeleide begrippen

• redningsvest, ullvest, vesteknapp, vestelomme

Uitdrukkingen en gezegden

ha fleire drammar under vesten

• Verschillende glaasjes schnaps gedronken hebben.

Woordherkomst en -opbouw

• Afkomstig van het Oudnoorse woord vestr.

Zelfstandig naamwoord

vest o

1. (aardrijkskunde) westen

   «Sola går ned i vest.»

   De zon gaat onder in het westen.

2. (politiek) het westelijk halfrond (West-Europa en VS)
3. de positie van een speler bij bridge

Verbuiging

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	vest
genitief

Hyperoniemen

• [1] himmelretning, verdshjørne

Afgeleide begrippen

• [1] vestafrikanar, vestape, vestavind, vestfront, Vest-Preussen, Vest-Virginia, Vestindia
• [2] vestblokk

Uitdrukkingen en gezegden

[2] konflikt mellom aust og vest

• Een conflict tussen het oosten en westen.