reise: verschil tussen versies

Uit WikiWoordenboek
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Tvdm (overleg | bijdragen)
Fix
bewerkt
Regel 2: Regel 2:
{{-pron-}}
{{-pron-}}
*{{sound}}: {{audio|no-{{pn}}.ogg|{{pn}}}}
*{{sound}}: {{audio|no-{{pn}}.ogg|{{pn}}}}
*{{WikiW|IPA}}: {{IPA|/ˈɾæjsə/}}
*{{WikiW|IPA}}: {{IPA|/ˡɾæjsə/}}
{{-syll-}}
{{-syll-}}
*rei·se
*rei·se
Regel 8: Regel 8:
*Afkomstig van het Oudnoorse woord [[reisa]].
*Afkomstig van het Oudnoorse woord [[reisa]].
{{-nostam-|{{pn}}|[[{{pn}}r]]|[[reiste]]|[[reist]]}}
{{-nostam-|{{pn}}|[[{{pn}}r]]|[[reiste]]|[[reist]]}}
{{-verb-}}
'''{{pn}}'''
'''{{pn}}'''
#{{ov|lang=Noors}} [[oprichten]], [[bouwen]], [[opbouwen]], [[opstellen]]
#{{ov|lang=Noors}} [[opstellen]], [[opzetten]]
{{bijv-2|Gud hadde selv sørget for å '''reise''' en stige mellom den fortapte synderen og himmelen.|God had zelf ervoor gezorgd dat een ladder tussen de verloren zondaar en de hemel '''op te stellen'''.}}
#{{ov|lang=Noors}} [[bouwen]], [[opbouwen]], [[oprichten]]
{{bijv-2|Å bygge familien kan på mange måter sammenlignes med å '''reise''' et hus.|Het bouwen van een gezin is in veel opzichten vergelijkbaar met een huis '''op te richten'''.}}
#{{ov|lang=Noors}} [[starten]], iets [[aanzwengelen]]
#{{ov|lang=Noors}} [[starten]], iets [[aanzwengelen]]
#{{intr|lang=Noors}} [[opbreken]]
#{{intr|lang=Noors}} [[opbreken]]
#{{intr|lang=Noors}} [[zeisen]]
#{{intr|lang=Noors}} [[reizen]]
{{-syn-}}
*[1] reise opp
{{-drv-}}
{{-drv-}}
*[1] [[reise seg]]
*[2] [[bygge]]
{{-expr-}}
{{-expr-}}
[1] ''å reise et telt''
[1] ''å reise et telt''
*Een tent opzetten.
*Een tent opzetten.
[1] ''å reise et hus''
[1] ''sport, spreektaal)'' ''reise kjerringa''
*Sterk weer komen na een slechte prestatie.
[2] ''å reise et hus''
*Een huis bouwen.
*Een huis bouwen.
[1] ''å reise en hær''
[4] ''å reise en hær''
*Een leger oprichten.
*Een leger oprichten.
{{-verb-}}
'''{{pn}} opp'''
#{{ov|lang=Noors}} [[opstellen]], [[opzetten]]
{{bijv-2|Gud hadde selv sørget for å '''reise''' en stige mellom den fortapte synderen og himmelen.|God had zelf ervoor gezorgd dat een ladder tussen de verloren zondaar en de hemel '''op te stellen'''.}}
{{-verb-}}
'''{{pn}} seg'''
#{{refl|lang=Noors}} [[oprichten]]
{{-syn-}}
*[[rette]] seg opp, [[stå]] opp




Regel 28: Regel 43:
{{-pron-}}
{{-pron-}}
*{{sound}}: {{audio|no-{{pn}}.ogg|{{pn}}}}
*{{sound}}: {{audio|no-{{pn}}.ogg|{{pn}}}}
*{{WikiW|IPA}}: {{IPA|/ˈɾæjsə/}}
*{{WikiW|IPA}}: {{IPA|/ˡɾæjsə/}}
{{-syll-}}
{{-syll-}}
*rei·se
*rei·se
Regel 36: Regel 51:
{{-verb-}}
{{-verb-}}
'''{{pn}}'''
'''{{pn}}'''
#{{ov|lang=Nynorsk}} [[oprichten]], [[bouwen]], [[opbouwen]], [[opstellen]]
#{{ov|lang=Nynorsk}} [[opstellen]], [[opzetten]]
#{{ov|lang=Nynorsk}} [[bouwen]], [[opbouwen]], [[oprichten]]
#{{ov|lang=Nynorsk}} [[starten]], iets [[aanzwengelen]]
#{{ov|lang=Nynorsk}} [[starten]], iets [[aanzwengelen]]
#{{intr|lang=Nynorsk}} [[opbreken]]
#{{intr|lang=Nynorsk}} [[opbreken]]
#{{intr|lang=Nynorsk}} [[zeisen]]
#{{intr|lang=Nynorsk}} [[reizen]]
{{-syn-}}
*[1] reise opp
{{-drv-}}
{{-drv-}}
*[1] [[reise seg]]
*[2] [[bygge]]
{{-expr-}}
{{-expr-}}
[1] ''å reise eit telt''
[1] ''å reise eit telt''
*Een tent opzetten.
*Een tent opzetten.
[1] ''å reise eit huis''
[1] ''sport, spreektaal)'' ''reise kjerringa''
*Sterk weer komen na een slechte prestatie.
[2] ''å reise eit huis''
*Een huis bouwen.
*Een huis bouwen.
[1] ''å reise ein hær''
[4] ''å reise ein hær''
*Een leger oprichten.
*Een leger oprichten.
{{-verb-}}
'''{{pn}} opp'''
#{{ov|lang=Nynorsk}} [[opstellen]], [[opzetten]]
{{bijv-2|Gud hadde selv sørget for å '''reise''' en stige mellom den fortapte synderen og himmelen.|God had zelf ervoor gezorgd dat een ladder tussen de verloren zondaar en de hemel '''op te stellen'''.}}
{{-verb-}}
'''{{pn}} seg'''
#{{refl|lang=Nynorsk}} [[oprichten]]
{{-syn-}}
*[[rette]] seg opp, [[stå]] opp


[[en:reise]]
[[en:reise]]

Versie van 13 jun 2010 12:37

Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • rei·se
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord reisa.
stamtijd
onbepaalde
wijs
tegenwoordige
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
reise
reiser
reiste
reist

reise

  1. overgankelijk opstellen, opzetten
    «Gud hadde selv sørget for å reise en stige mellom den fortapte synderen og himmelen.»
    God had zelf ervoor gezorgd dat een ladder tussen de verloren zondaar en de hemel op te stellen.
  2. overgankelijk bouwen, opbouwen, oprichten
    «Å bygge familien kan på mange måter sammenlignes med å reise et hus.»
    Het bouwen van een gezin is in veel opzichten vergelijkbaar met een huis op te richten.
  3. overgankelijk starten, iets aanzwengelen
  4. onovergankelijk opbreken
  5. onovergankelijk reizen
Synoniemen
  • [1] reise opp
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden

[1] å reise et telt

  • Een tent opzetten.

[1] sport, spreektaal) reise kjerringa

  • Sterk weer komen na een slechte prestatie.

[2] å reise et hus

  • Een huis bouwen.

[4] å reise en hær

  • Een leger oprichten.

Werkwoord

reise opp

  1. overgankelijk opstellen, opzetten
    «Gud hadde selv sørget for å reise en stige mellom den fortapte synderen og himmelen.»
    God had zelf ervoor gezorgd dat een ladder tussen de verloren zondaar en de hemel op te stellen.

Werkwoord

reise seg

  1. wederkerend oprichten
Synoniemen


Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • rei·se
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord reisa.
stamtijd
onbepaalde
wijs
tegenwoordige
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
reise
reiser
reiste
reist

Werkwoord

reise

  1. overgankelijk opstellen, opzetten
  2. overgankelijk bouwen, opbouwen, oprichten
  3. overgankelijk starten, iets aanzwengelen
  4. onovergankelijk opbreken
  5. onovergankelijk reizen
Synoniemen
  • [1] reise opp
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden

[1] å reise eit telt

  • Een tent opzetten.

[1] sport, spreektaal) reise kjerringa

  • Sterk weer komen na een slechte prestatie.

[2] å reise eit huis

  • Een huis bouwen.

[4] å reise ein hær

  • Een leger oprichten.

Werkwoord

reise opp

  1. overgankelijk opstellen, opzetten
    «Gud hadde selv sørget for å reise en stige mellom den fortapte synderen og himmelen.»
    God had zelf ervoor gezorgd dat een ladder tussen de verloren zondaar en de hemel op te stellen.

Werkwoord

reise seg

  1. wederkerend oprichten
Synoniemen