vinne: verschil tussen versies

Uit WikiWoordenboek
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
nieuw +nor +nno
 
Tvdm (overleg | bijdragen)
Update, @Cadfaell: kannst du dir bitte die 6. Satz ansehen?
Regel 13: Regel 13:
{{bijv-2|Krigen i Afghanistan kan ikke '''vinnes''' med militære midler.|De oorlog in Afghanistan kan niet worden '''gewonnen''' met militaire middelen.}}
{{bijv-2|Krigen i Afghanistan kan ikke '''vinnes''' med militære midler.|De oorlog in Afghanistan kan niet worden '''gewonnen''' met militaire middelen.}}
{{bijv-2|Hun '''vant''' en idrettskonkurranse.|Zij '''won''' een sportwedstrijd.}}
{{bijv-2|Hun '''vant''' en idrettskonkurranse.|Zij '''won''' een sportwedstrijd.}}
{{bijv-2|Han '''vant''' 500 000 i lotto.|Hij '''won''' 500 000 in de loterij.}}
{{bijv-2|Han '''vant''' 500 000 i lotto.|Hij '''won''' 500.000 in de loterij.}}
#[[bereiken]], goedkeuring winnen, steun hebben (aan)
#[[bereiken]], goedkeuring winnen, steun hebben (aan)
{{bijv-2|Han '''vant''' tilslutning for prosjektet sitt.|Hij '''hadde steun''' aan hun project.}}
{{bijv-2|Han '''vant''' tilslutning for prosjektet sitt.|Hij '''had steun''' aan hun project.}}
#tijd winnen
#[[bereiken]], [[winnen]], zich tijd [[scheppen]]
{{bijv-2|Han tok en snarvei for å '''vinne''' tid.|Hij nam een kortere weg om tijd te ''scheppen''.}}
{{bijv-2|Han tok en snarvei for å '''vinne''' tid.|Hij nam een kortere weg om tijd te '''winnen'''.}}
#[[volbrengen]], [[kunnen]]
#[[volbrengen]], [[kunnen]]
{{bijv-2|Hun løp det forteste hun '''vant'''.|Ze rende zo snel als ze '''kon'''.}}
{{bijv-2|Hun løp det forteste hun '''vant'''.|Ze rende zo snel als ze '''kon'''.}}
Regel 23: Regel 23:
{{bijv-2|'''Vinne''' olje.|Olie '''winnen'''.}}
{{bijv-2|'''Vinne''' olje.|Olie '''winnen'''.}}
#[[winnen]], [[verbeteren]]
#[[winnen]], [[verbeteren]]
{{bijv-2|Rommet har '''vunnet''' på ommøbleringen.|De kamer heeft '''gewonnen''' op een andere manier gemeubileerd is worden.}}
<!-- keine korrekte niederländische Übersetzung, was heißt der norwegischen Satz? {{bijv-2|Rommet har '''vunnet''' på ommøbleringen.|De kamer heeft '''gewonnen''' op een andere manier gemeubileerd is worden.}} -->
{{-syn-}}
{{-syn-}}
*[1] [[seire]]
*[1] [[seire]]
Regel 41: Regel 41:
{{-nnstam-|{{pn}}|[[vinn]]<br />''(bijvorm)'' [[{{pn}}r]]|[[vann]]|[[vunne]]<br />[[vunni]]}}
{{-nnstam-|{{pn}}|[[vinn]]<br />''(bijvorm)'' [[{{pn}}r]]|[[vann]]|[[vunne]]<br />[[vunni]]}}
{{-verb-}}
{{-verb-}}
'''{{pn}}'''
#[[winnen]]
#[[winnen]]
#[[bereiken]], goedkeuring winnen, steun hebben (aan)
#[[bereiken]], goedkeuring winnen, steun hebben (aan)
#tijd winnen
#[[bereiken]], [[winnen]], zich tijd [[scheppen]]
#[[volbrengen]], [[kunnen]]
#[[volbrengen]], [[kunnen]]
#[[winnen]], [[produceren]]
#[[winnen]], [[produceren]]

Versie van 10 apr 2010 10:12

Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • vin·ne
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord vinna.
stamtijd
onbepaalde
wijs
tegenwoordige
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
vinne
vinner
vant
vunnet

Werkwoord

vinne

  1. winnen
    «Krigen i Afghanistan kan ikke vinnes med militære midler.»
    De oorlog in Afghanistan kan niet worden gewonnen met militaire middelen.
    «Hun vant en idrettskonkurranse.»
    Zij won een sportwedstrijd.
    «Han vant 500 000 i lotto.»
    Hij won 500.000 in de loterij.
  2. bereiken, goedkeuring winnen, steun hebben (aan)
    «Han vant tilslutning for prosjektet sitt.»
    Hij had steun aan hun project.
  3. tijd winnen
    «Han tok en snarvei for å vinne tid.»
    Hij nam een kortere weg om tijd te winnen.
  4. volbrengen, kunnen
    «Hun løp det forteste hun vant
    Ze rende zo snel als ze kon.
  5. winnen, produceren
    «Vinne olje.»
    Olie winnen.
  6. winnen, verbeteren
Synoniemen
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden

[3] vinne venner

  • Vrienden winnen.


Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • vin·ne
stamtijd
onbepaalde
wijs
tegenwoordige
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
vinne
vinn
(bijvorm) vinner
vann
vunne
vunni

Werkwoord

vinne

  1. winnen
  2. bereiken, goedkeuring winnen, steun hebben (aan)
  3. tijd winnen
  4. volbrengen, kunnen
  5. winnen, produceren
  6. winnen, verbeteren