spits: verschil tussen versies

Uit WikiWoordenboek
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Tvdm (overleg | bijdragen)
Fix
Forkboy (overleg | bijdragen)
+extra definitie
Regel 10: Regel 10:
#drukte in het verkeer op bepaalde tijdstippen.
#drukte in het verkeer op bepaalde tijdstippen.
{{bijv-1|Hij ging in de '''{{pn}}''' naar zijn werk.}}
{{bijv-1|Hij ging in de '''{{pn}}''' naar zijn werk.}}
#{{sport|lang=Nederlands}} een voetballer die voor in het veld staat.
{{bijv-1|Van de aanvallers is de '''{{pn}}''' meestal diegene die de meeste doelpunten maakt.}}
{{adjcomp|{{pn}}|{{pn}}e|{{pn}}er|{{pn}}ere|{{pn}}t|{{pn}}te}}
{{adjcomp|{{pn}}|{{pn}}e|{{pn}}er|{{pn}}ere|{{pn}}t|{{pn}}te}}
{{-adjc-}}
{{-adjc-}}

Versie van 21 feb 2010 15:43

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spits
enkelvoud meervoud
naamwoord spits spitsen
verkleinwoord spitsje spitsjes

Zelfstandig naamwoord

spits v/m

  1. drukte in het verkeer op bepaalde tijdstippen.
    • Hij ging in de spits naar zijn werk. 
  2. (sport) een voetballer die voor in het veld staat.
    • Van de aanvallers is de spits meestal diegene die de meeste doelpunten maakt. 
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen spits spitser spitst
verbogen spitse spitsere spitste

Bijvoeglijk naamwoord

spits

  1. in een punt uitkomend.
    • Hij kreeg de spitse pijl in zijn been. 
  2. scherpzinnig.
    • Ze gaf hem weer zo'n spits antwoord.