verheugen: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Toevoeging langparameter, Replaced: {{pref|ver-}} → {{pref|ver-|lang=Nederlands}}, met AWB |
k iwiki +en:verheugen |
||
Regel 30: | Regel 30: | ||
{{trans-bottom}} |
{{trans-bottom}} |
||
[[en:verheugen]] |
|||
[[fr:verheugen]] |
[[fr:verheugen]] |
Versie van 10 nov 2009 09:01
Nederlands
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
Woordafbreking
- ver·heu·gen
Werkwoord
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verheugen |
verheugde |
verheugd |
zwak -d | volledig |
verheugen
- wederkerend zich ~: blijdschap ervaren.
- Hij verheugde zich enorm toen zij onverwachts belde.
- wederkerend zich ~ op: reikhalzend uitzien naar iets.
- Hij verheugde zich op haar aangekondigde bezoek.
- overgankelijk iemand ~ vreugde bereiden.
- Hij verheugde zijn moeder met een onverwacht bezoekje.
Vertalingen
1. zich ~: blijdschap ervaren
2. zich ~ op: reikhalzend uitzien naar iets