verheugen: verschil tussen versies

Uit WikiWoordenboek
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
RomaineBot (overleg | bijdragen)
k Links fix AWB
Jcwf (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 9: Regel 9:
{{-nlstam-|verheugen|verheugde|verheugd||||{{nlzwak-d}}}}
{{-nlstam-|verheugen|verheugde|verheugd||||{{nlzwak-d}}}}
'''{{pn}}'''
'''{{pn}}'''
#''zich ~'': blijdschap ervaren.
#{{refl}} ''zich ~'': blijdschap ervaren.
#:''Hij '''verheugde zich''' enorm toen zij onverwachts belde.''
#:''Hij '''verheugde zich''' enorm toen zij onverwachts belde.''
#''zich ~ op'': reikhalzend uitzien naar iets.
#{{refl}} ''zich ~ op'': reikhalzend uitzien naar iets.
#:''Hij '''verheugde zich op''' haar aangekondigde bezoek.''
#:''Hij '''verheugde zich op''' haar aangekondigde bezoek.''
#{{ov}} ''iemand ~'' vreugde bereiden
{{bijv-1|Hij '''verheugde''' zijn moeder met een onverwacht bezoekje.}}
{{-trans-}}
{{-trans-}}
{{trans-top|1. ''zich ~'': blijdschap ervaren}}
{{trans-top|1. ''zich ~'': blijdschap ervaren}}

Versie van 22 aug 2009 06:49

Nederlands

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
Woordafbreking
  • ver·heu·gen

Sjabloon:-reflverb-

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
verheugen
verheugde
verheugd
zwak -d volledig

verheugen

  1. wederkerend zich ~: blijdschap ervaren.
    Hij verheugde zich enorm toen zij onverwachts belde.
  2. wederkerend zich ~ op: reikhalzend uitzien naar iets.
    Hij verheugde zich op haar aangekondigde bezoek.
  3. overgankelijk iemand ~ vreugde bereiden
    • Hij verheugde zijn moeder met een onverwacht bezoekje. 
Vertalingen