buik: verschil tussen versies

Uit WikiWoordenboek
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Snorrebot (overleg | bijdragen)
k →‎top: vervanging sjabloon:=, zie Kroeg
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 16: Regel 16:
#{{anatomie|nld}} het onderste deel van de voorkant van de romp van mens of dier dat van boven door het middenrif en van onderen door de bekkengordel begrenst is
#{{anatomie|nld}} het onderste deel van de voorkant van de romp van mens of dier dat van boven door het middenrif en van onderen door de bekkengordel begrenst is
{{bijv-1|Mijn dochter heeft de laatste tijd soms pijn in haar '''{{pn}}'''.}}
{{bijv-1|Mijn dochter heeft de laatste tijd soms pijn in haar '''{{pn}}'''.}}
{{citeer|boek|jaar=2018|auteur=Tim Voors|titel=Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada|uitgave=eBook: Mat-Zet bv, Soest|uitgever=Fontaine Uitgevers|taal=nl|citaat= Het was een mengeling van heimwee en schuldgevoel en veroorzaakte een onaangename knoop in mijn '''buik'''.}}
#{{natuurkunde|nld}} plaats waar een golf- of trillingsbeweging de grootste uitwijking vertoont
#{{natuurkunde|nld}} plaats waar een golf- of trillingsbeweging de grootste uitwijking vertoont
{{-syn-}}
{{-syn-}}
Regel 144: Regel 145:
{{-preval-}}
{{-preval-}}
{{wel-GB}}
{{wel-GB}}
{{Leesonderzoek-2013}}
{{crr13|N=100|V=100}}
{{-info-}}
{{-info-}}
{{refs}}
{{refs}}

Versie van 6 jul 2020 00:57

buik


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • buik
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘middendeel van lichaam’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 701 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord buik buiken
verkleinwoord buikje buikjes

Zelfstandig naamwoord

buik m

  1. (anatomie) het onderste deel van de voorkant van de romp van mens of dier dat van boven door het middenrif en van onderen door de bekkengordel begrenst is
    • Mijn dochter heeft de laatste tijd soms pijn in haar buik. 
     Het was een mengeling van heimwee en schuldgevoel en veroorzaakte een onaangename knoop in mijn buik.[2]
  2. (natuurkunde) plaats waar een golf- of trillingsbeweging de grootste uitwijking vertoont
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Spreekwoorden

Baas in eigen buik zijn.

  • Het zelfstandig beslissen van vrouwen over zwangerschap en abortus.

Het zijn twee handen op één buik.

  • Zij zijn het altijd met elkaar eens (meestal ongunstig).

Schrijf dat maar op je buik.

  • Vergeet dat maar.

Er de buik vol van hebben

  • ergens meer dan genoeg van hebben, je wilt niet meer dat het gebeurt
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen