slecht: verschil tussen versies

Uit WikiWoordenboek
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Kvdrgeus (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Snorrebot (overleg | bijdragen)
k →‎top: vervanging sjabloon:=, zie Kroeg
Regel 13: Regel 13:
:{{odt}}: sleht
:{{odt}}: sleht
:{{gem}}: *slihtaz
:{{gem}}: *slihtaz

{{=}}
{{==}}
*Verwant in Germaans:
*Verwant in Germaans:
:'''West''': {{eng}}: slight ({{ang}}: sliht), {{deu}}: schlicht, schlecht ({{goh}}: sliht, sleht), {{fry}}: sljocht ([[Oudfries]]: sliucht)
:'''West''': {{eng}}: slight ({{ang}}: sliht), {{deu}}: schlicht, schlecht ({{goh}}: sliht, sleht), {{fry}}: sljocht ([[Oudfries]]: sliucht)
Regel 41: Regel 42:
*[[slechten]]
*[[slechten]]
*[[slechterik]]
*[[slechterik]]

{{=}}
{{==}}
*[[slechtgehumeurd]]
*[[slechtgehumeurd]]
*[[slechtgekleed]]
*[[slechtgekleed]]
Regel 47: Regel 49:
*[[slechtgemanierd]]
*[[slechtgemanierd]]
*[[slechtgemutst]]
*[[slechtgemutst]]

{{=}}
{{==}}
*[[slechtgezind]]
*[[slechtgezind]]
*[[slechtheid]]
*[[slechtheid]]
Regel 53: Regel 56:
*[[slechtlopend]]
*[[slechtlopend]]
*[[slechtnieuwsgesprek]]
*[[slechtnieuwsgesprek]]

{{=}}
{{==}}
*[[slechtvalk]]
*[[slechtvalk]]
*[[slechtweg]]
*[[slechtweg]]
Regel 70: Regel 74:
{{expr|Recht en '''slecht'''|oprecht en eenvoudig}}
{{expr|Recht en '''slecht'''|oprecht en eenvoudig}}
{{expr|Van een koude (kale of '''slechte''') kermis (reis of markt) thuiskomen|ergens slecht wegkomen}}
{{expr|Van een koude (kale of '''slechte''') kermis (reis of markt) thuiskomen|ergens slecht wegkomen}}

{{-trans-}}
{{-trans-}}
{{trans-top|1. niet goed}}
{{trans-top|1. niet goed}}

Versie van 4 jul 2020 12:33

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • slecht
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘niet goed’ voor het eerst aangetroffen in 1573 [1]
  • afkomstig van:
Middelnederlands: slecht (glad, vlak)
Oudnederlands: sleht
Germaans: *slihtaz
  • Verwant in Germaans:
West: Engels: slight (Angelsaksisch: sliht), Duits: schlicht, schlecht (Oudhoogduits: sliht, sleht), Fries: sljocht (Oudfries: sliucht)
Noord: Zweeds: slätt, Deens: slet, Noors: slett, (Oudnoords: sléttr), IJslands: sléttur, Faeröers: slættur
Oost: Gotisch: slaihts
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen slecht slechter slechtst
verbogen slechte slechtere slechtste
partitief slechts slechters -

Bijvoeglijk naamwoord

slecht [2]

  1. van lage kwaliteit
    • Een slecht merk. 
  2. kwaadaardig, kwaadwillend, niet van goede wil getuigend
    • Een slechte daad. 
  3. (verouderd) vlak, effen, glad
Antoniemen
Overerving en ontlening
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • Slecht gemutst zijn
een slecht humeur hebben
  • Goed ( of slecht) aangeschreven staan
iets of iemand in zekere klasse rangschikken, op zekere wijze beschouwen of schatten.
  • In een slechte reuk staan
iemand die niet goed bekend staat
  • In een goed ( of slecht) blaadje staan
ergens goed aangeschreven staan
  • Met onwillige honden is het slecht hazen vangen
het is moeilijk om samen te werken met mensen die niet willen
  • Recht en slecht
oprecht en eenvoudig
  • Van een koude (kale of slechte) kermis (reis of markt) thuiskomen
ergens slecht wegkomen
Vertalingen
stellend vergrotend overtreffend
slecht slechter het slechtst


Bijwoord

slecht

  1. niet goed
    • Deze groep is wel het slechtst behandeld. 
Antoniemen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
slechten

slecht

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van slechten
  2. gebiedende wijs van slechten

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen