doffig: verschil tussen versies

Uit WikiWoordenboek
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎top: prevalentie-informatie met AWB
Kvdrgeus (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
 
Regel 7: Regel 7:
*dof·fig
*dof·fig
{{-etym-}}
{{-etym-}}
*afleiding van [[dof]] {{suff|nld|-ig}} }
*afleiding van [[dof]] {{suff|nld|-ig}}
{{adjcomp|p=1|{{pn}}|[[doffige]]|[[doffiger]]|[[doffigere]]|[[doffigst]]|[[doffigste]]|part=[[doffigs]]|partcomp=[[doffigers]]}}
{{adjcomp|p=1|{{pn}}|[[doffige]]|[[doffiger]]|[[doffigere]]|[[doffigst]]|[[doffigste]]|part=[[doffigs]]|partcomp=[[doffigers]]}}
{{-adjc-|nld}}
{{-adjc-|nld}}
Regel 16: Regel 16:
{{niet-GB}}
{{niet-GB}}
{{crr13|N=83|V=75}}
{{crr13|N=83|V=75}}

{{refs}}
{{refs}}

Huidige versie van 28 sep 2019 om 10:41


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dof·fig
Woordherkomst en -opbouw
  • afleiding van dof met het achtervoegsel -ig
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen doffig doffiger doffigst
verbogen doffige doffigere doffigste
partitief doffigs doffigers -

Bijvoeglijk naamwoord

doffig

  1. niet fel of glimmend
    • En in den mast en aan den boeg
      daar twinkelde 'n doffig lichtje
      als 'n traan in moederoud gezichtje
      dat jaren leed en 't nimmer kloeg.[1]
       

Gangbaarheid

81 % van de Nederlanders;
73 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. (1919)–S. Bonn Zangen van hoop
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be