bezadigd: verschil tussen versies

Uit WikiWoordenboek
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎top: prevalentie-informatie met AWB
Kvdrgeus (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
 
Regel 5: Regel 5:
{{-syll-}}
{{-syll-}}
*be·za·digd
*be·za·digd
{{-etym-}}
* In de betekenis van ‘bedaard’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1598 {{sijs}}
{{adjcomp|{{pn}}|[[{{pn}}e]]|{{pn}}er|{{pn}}ere|meest {{pn}}|meest {{pn}}e}}
{{adjcomp|{{pn}}|[[{{pn}}e]]|{{pn}}er|{{pn}}ere|meest {{pn}}|meest {{pn}}e}}
{{-adjc-|nld}}
{{-adjc-|nld}}
Regel 17: Regel 19:
{{wel-GB}}
{{wel-GB}}
{{crr13|N=89|V=92}}
{{crr13|N=89|V=92}}
{{refs}}

Huidige versie van 22 jul 2018 om 09:08

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·za·digd
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘bedaard’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1598 [1]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen bezadigd bezadigder meest bezadigd
verbogen bezadigde bezadigdere meest bezadigde

Bijvoeglijk naamwoord

bezadigd

  1. bedaard, ingetogen
    • De opgewonden jongen werd in de loop van de tijd een bezadigde oude en wijze man. 
Vertalingen

Gangbaarheid

86 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen