zeggen: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 105: | Regel 105: | ||
{{wel-GB}} |
{{wel-GB}} |
||
{{crr13|N=100|V=99}} |
{{crr13|N=100|V=99}} |
||
{{refs}} |
|||
Versie van 16 jun 2018 10:57
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zeg·gen
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘spreken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1260 [1]
=
|
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
zeggen /ˈzɛ.ɣə(n)/ |
zei *, zegde /zɛɪ̯/, /ˈzɛɣ.də/ |
gezegd /ɣə.ˈzɛxt/ |
zwak -d
onregelmatig |
volledig |
Werkwoord
zeggen
- overgankelijk mededelen
- Hij zegt dat hij gewoon aanwezig was.
- overgankelijk betuigen
- Ik zeg maar zo...
- overgankelijk bevelen
- Ga daarheen, zeg ik je!
- overgankelijk van oordeel of mening zijn
- En, wat zeg je dáárvan?
- overgankelijk, (pregnant) iets in de vorm van kritiek, een berisping e.d. geven
- Jij hebt ook altijd wat te zeggen.
- Dat laat ik mij niet zeggen!
- overgankelijk, onpersoonlijk, betekenen
- Wat wil dat zeggen?
Opmerkingen
- Bij zeggen ligt de nadruk op de medegedeelde boodschap, niet op het spreken zelf. Dit geldt voor alle hiervoor gegeven betekenissen.
- Van oorsprong een geheel regelmatig vervoegd zwak werkwoord. Door elisie van de g in de stam en vervolgens van de uitgang -de in het enkelvoud is de verleden tijd onregelmatig geworden: zegde > zeide > zei. In Vlaanderen is de regelmatige vorm nog steeds in gebruik.
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. mondeling mededelen, spreken, betuigen
|
|
Zelfstandig naamwoord
de zeggen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord zegge
Gangbaarheid
- Het woord zeggen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zeggen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ "zeggen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Nedersaksisch
Werkwoord
zeggen
Veluws
Werkwoord
zeggen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Onregelmatig werkwoord in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Pregnant in het Nederlands
- Onpersoonlijk werkwoord in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %
- Woorden in het Nedersaksisch
- Werkwoord in het Nedersaksisch
- Woorden in het Veluws
- Werkwoord in het Veluws