hoefdier: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 32: | Regel 32: | ||
{{-info-}} |
{{-info-}} |
||
[[Categorie:Zoogdieren in het Nederlands]] |
[[Categorie:Zoogdieren in het Nederlands]] |
||
{{refs}} |
|||
Versie van 16 jun 2018 11:04
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hoef·dier
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘zoogdier met hoeven’ voor het eerst aangetroffen in 1921 [1]
- gebruik: {{samen|nld|…}}
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hoefdier | hoefdieren |
verkleinwoord | hoefdiertje | hoefdiertjes |
Zelfstandig naamwoord
hoefdier o
- (dierkunde) een dier dat hoeven bezit
Hyponiemen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. dieren die hoeven bezitten
Gangbaarheid
- Het woord hoefdier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hoefdier" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "hoefdier" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Afrikaans
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hoefdier | hoefdiere |
Zelfstandig naamwoord
hoefdier
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Dierkunde in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 95 %
- Prevalentie Vlaanderen 96 %
- Zoogdieren in het Nederlands
- Woorden in het Afrikaans
- Zelfstandig naamwoord in het Afrikaans
- Dierkunde in het Afrikaans