aseksueel: verschil tussen versies

Uit WikiWoordenboek
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎top: prevalentie-informatie met AWB
Kvdrgeus (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 6: Regel 6:
*asek·su·eel
*asek·su·eel
{{-etym-}}
{{-etym-}}
* In de betekenis van ‘geslachtloos’ voor het eerst aangetroffen in 1906 {{sijs}}
*afgeleid van [[seks]] {{pref|nld|a-}} en {{suff|nld|-eel}} {{ebank}}
*afgeleid van [[seks]] {{pref|nld|a-}} en {{suff|nld|-eel}} {{ebank}}
{{adjcomp|p=1|{{pn}}|[[aseksuele]]|[[aseksueler]]|[[aseksuelere]]|[[{{pn}}st]]|[[{{pn}}ste]]|part=[[{{pn}}s]]|partcomp=[[aseksuelers]]}}
{{adjcomp|p=1|{{pn}}|[[aseksuele]]|[[aseksueler]]|[[aseksuelere]]|[[{{pn}}st]]|[[{{pn}}ste]]|part=[[{{pn}}s]]|partcomp=[[aseksuelers]]}}

Versie van 10 jun 2018 18:36

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • asek·su·eel
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘geslachtloos’ voor het eerst aangetroffen in 1906 [1]
  • afgeleid van seks met het voorvoegsel a- en met het achtervoegsel -eel [2]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen aseksueel aseksueler aseksueelst
verbogen aseksuele aseksuelere aseksueelste
partitief aseksueels aseksuelers -

Bijvoeglijk naamwoord

aseksueel

  1. (anatomie) zonder seksuele organen, geslachtloos
    • Het dier werd aseksueel geboren. 
  2. (seksualiteit) geen belangstelling voor seks hebbend

Gangbaarheid

89 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen