zeggen: verschil tussen versies

Uit WikiWoordenboek
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
De Wikischim (overleg | bijdragen)
Versie 3671531 van De Wikischim (overleg) ongedaan gemaakt. Dit dus ook maar even, zie mijn OP
Label: Ongedaan maken
De Wikischim (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 28: Regel 28:
{{bijv-1|Jij hebt ook altijd wat te '''{{pn}}'''.}}
{{bijv-1|Jij hebt ook altijd wat te '''{{pn}}'''.}}
{{bijv-1|Dat laat ik mij niet '''{{pn}}'''!}}
{{bijv-1|Dat laat ik mij niet '''{{pn}}'''!}}
#{{ov|nld}}, {{onpr|nld}}, [[betekenen]]
{{bijv-1|Wat wil dat '''{{pn}}'''?}}
{{-note-}}
{{-note-}}
*Bij ''zeggen'' ligt de nadruk op de medegedeelde boodschap, niet op het spreken zelf.
*Bij ''zeggen'' ligt de nadruk op de medegedeelde boodschap, niet op het spreken zelf.

Versie van 5 mrt 2018 12:21

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zeg·gen
Woordherkomst en -opbouw
  • afkomstig van:
Middelnederlands: secghen, seggen
Oudnederlands: sagon
Germaans: *sagjanan

=

  • Verwant in Germaans:
West: Engels: say (Angelsaksisch: secgan), Duits: sagen, (Oudhoogduits: sagēn), Fries: sizze (Oudfries: sedza)
Noord: Zweeds: säga, Deens: sige, Noors: si, (Nynorsk: seie, Oudnoords: segja), IJslands: segja, Faeröers: siga
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
zeggen
/ˈzɛ.ɣə(n)/
zei *, zegde
/zɛɪ̯/, /ˈzɛɣ.də/
gezegd
/ɣə.ˈzɛxt/
zwak -d volledig

Werkwoord

zeggen

  1. overgankelijk mondeling mededelen, spreken, betuigen
    • Hij zegt dat hij gewoon aanwezig was. 
  2. overgankelijk bevelen
    • Ga daarheen, zeg ik je! 
  3. overgankelijk van oordeel of mening zijn
    • En, wat zeg je dáárvan? 
  4. overgankelijk, (pregnant) in de vorm van kritiek, een berisping e.d. geven
    • Jij hebt ook altijd wat te zeggen. 
    • Dat laat ik mij niet zeggen! 
  5. overgankelijk, onpersoonlijk, betekenen
    • Wat wil dat zeggen? 
Opmerkingen
  • Bij zeggen ligt de nadruk op de medegedeelde boodschap, niet op het spreken zelf.
  • Van oorsprong een geheel regelmatig vervoegd zwak werkwoord. Door elisie van de g in de stam en vervolgens van de uitgang -de in het enkelvoud is de verleden tijd onregelmatig geworden: zegde > zeide > zei. In Vlaanderen is de regelmatige vorm nog steeds in gebruik.
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

de zeggenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord zegge

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be