zeggen: verschil tussen versies

Uit WikiWoordenboek
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
De Wikischim (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
k Wijzigingen door De Wikischim (Overleg) hersteld tot de laatste versie door HydrizBot
Label: Terugdraaiing
Regel 16: Regel 16:
:'''Noord''': {{swe}}: säga, {{dan}}: sige, {{nor}}: si, ({{nno}}: seie, {{non}}: segja), {{isl}}: segja, {{fao}}: siga
:'''Noord''': {{swe}}: säga, {{dan}}: sige, {{nor}}: si, ({{nno}}: seie, {{non}}: segja), {{isl}}: segja, {{fao}}: siga
{{))}}
{{))}}
{{-note-}}
{{-nlstam-|{{pn}}|[[zei]]/[[zeiden]][[#Opmerkingen|*]], of: [[zegde]]|[[gezegd]]|/ˈzɛ.ɣə(n)/|/zɛɪ̯/, /ˈzɛɣ.də/|/ɣə.ˈzɛxt/|scheid=n|k=d}}
*Van oorsprong zwak. Door elisie van de ''g'' in de stam en daarna van de uitgang ''-de'' is de verleden tijd onregelmatig geworden: ''zegde > zeide > zei''. In Vlaanderen is de regelmatige vorm nog steeds in gebruik.
{{-nlstam-|{{pn}}|zei, zegde|gezegd|/ˈzɛ.ɣə(n)/|/zɛɪ̯/, /ˈzɛɣ.də/|/ɣə.ˈzɛxt/|scheid=n|k=d}}
{{-verb-|nld}}
{{-verb-|nld}}
'''{{pn}}'''
'''{{pn}}'''
#{{ov|nld}} mondeling mededelen, spreken, betuigen
#{{ov|nld}} mondeling mededelen, spreken, betuigen
{{bijv-1|Hij '''zegt''' dat hij gewoon aanwezig was.}}
{{bijv-1|Hij '''zegt''' dat hij gewoon aanwezig was.}}
{{-note-}}
*Oorspronkelijk was de onvoltooid verleden tijd [[zeide]], maar de uitgang ''-de'' is in het enkelvoud weggevallen.
{{-rel-}}
{{-rel-}}
*[[uiten]], [[vertellen]]
*[[uiten]], [[vertellen]]

Versie van 4 mrt 2018 13:15

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zeg·gen
Woordherkomst en -opbouw
  • afkomstig van:
Middelnederlands: secghen, seggen
Oudnederlands: sagon
Germaans: *sagjanan

=

  • Verwant in Germaans:
West: Engels: say (Angelsaksisch: secgan), Duits: sagen, (Oudhoogduits: sagēn), Fries: sizze (Oudfries: sedza)
Noord: Zweeds: säga, Deens: sige, Noors: si, (Nynorsk: seie, Oudnoords: segja), IJslands: segja, Faeröers: siga
Opmerkingen
  • Van oorsprong zwak. Door elisie van de g in de stam en daarna van de uitgang -de is de verleden tijd onregelmatig geworden: zegde > zeide > zei. In Vlaanderen is de regelmatige vorm nog steeds in gebruik.
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
zeggen
/ˈzɛ.ɣə(n)/
zei, zegde
/zɛɪ̯/, /ˈzɛɣ.də/
gezegd
/ɣə.ˈzɛxt/
zwak -d volledig

Werkwoord

zeggen

  1. overgankelijk mondeling mededelen, spreken, betuigen
    • Hij zegt dat hij gewoon aanwezig was. 
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

de zeggenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord zegge

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be