bosgroen: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k audio nld, IPA nld |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 6: | Regel 6: | ||
* bos·groen |
* bos·groen |
||
{{-etym-}} |
{{-etym-}} |
||
* |
* {{samenstelling||bos||groen}} |
||
{{-nlnoun-|{{pn}}}} |
{{-nlnoun-|{{pn}}}} |
||
{{-noun-|nld}} |
{{-noun-|nld}} |
Versie van 23 aug 2017 23:00
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bos·groen
Woordherkomst en -opbouw
- gebruik: {{samen|nld|…}}
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bosgroen | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
bosgroen o
- (kleur) de groene kleur van een bos
- Heeft u die ook in het bosgroen?
stellend | |
---|---|
onverbogen | bosgroen |
verbogen | bosgroene |
Bijvoeglijk naamwoord
bosgroen
- (kleur) de kleur bosgroen hebbend
- Hij rijdt in een bosgroene auto.
Kleuren in het Nederlands (nld) (de kleuren zijn slechts indicatief) (zie ook: RAL-kleuren)