purper: verschil tussen versies

Uit WikiWoordenboek
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Kvdrgeus (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Kvdrgeus (overleg | bijdragen)
Versie 3509719 van Kvdrgeus (overleg) ongedaan gemaakt
Regel 65: Regel 65:
{{-info-}}
{{-info-}}
{{refs}}
{{refs}}
{{=nld=}}
{{-pron-}}
*{{sound}}: {{audio|nl-{{pn}}.ogg|{{pn}}|nld}}
<!--*{{WikiW|IPA}}: {{IPA|/xxxx/|nld}}-->
{{-syll-}}
*af·keu·rens·waards
{{-adjc-|0}}
{{nl-adjc-form|afkeurenswaard|part|pos}}

Versie van 30 mei 2017 08:47

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pur·per
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord purper purpers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

purper o [2]

  1. (kleur) een paarsige kleur
    • Heeft u die ook in het purper? 
stellend
onverbogen purper
verbogen (alleen
predicaat)
partitief purpers

Bijvoeglijk naamwoord

purper

  1. (kleur) de kleur purper hebbend
    • Hij rijdt in een purper gekleurde auto. 
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

93 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[3]

Werkwoord

vervoeging van
purperen

purper

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van purperen
    • Ik purper. 
  2. gebiedende wijs van purperen
    • Purper! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van purperen
    • Purper je? 


Meer informatie

Verwijzingen