emeritaat: verschil tussen versies

Uit WikiWoordenboek
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Nieuwe pagina aangemaakt met '{{=nld=}} [[afbeelding: |thumb|]] {{-pron-}} *{{sound}}: {{audio|nl-{{pn}}.ogg|{{pn}}|nld}} <!--*{{WikiW|IPA}}: {{IPA|/xxxx/|nld}}--> {{-syll-}} *eme·ri·taat {{-...'
 
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 10: Regel 10:
{{-nlnoun-|{{pn}}|[[emeritaten]]|||}}
{{-nlnoun-|{{pn}}|[[emeritaten]]|||}}
{{-noun-|nld}}
{{-noun-|nld}}
'''{{pn}}''' {{n}} {{wnt-r|}}
'''{{pn}}''' {{n}} {{wnt-r|M015899}}
# de toestand van een persoon die zijn functie als hoogleraar of predikant, na goede vervulling, heeft neergelegd
#
{{bijv-1|- In 1994 werd monseigneur Huub Ernst onderscheiden als ‘Beste Brabander’. Dat verbaasde niemand, want de bisschop van Breda, twee jaar daarvoor met '''emeritaat''' gegaan, genoot grote populariteit. Hij had oog voor de noden van de gewone man en vrouw, stond dicht bij de mensen en wees openlijk atoomwapens af.<ref>NRC Guido de Vries
{{bijv-1|- <ref>NRC </ref>}}
22 mei 2017</ref>}}
#
{{bijv-1|- Enigszins beduusd ervan is Louis Schoonhoven (84) wel, na afloop van de Vroege Vogels-uitzending, zondagochtend. Hij heeft zojuist, vele jaren nadat hij met '''emeritaat''' is gegaan als hoogleraar entomologie aan de - toen nog - Landbouwuniversiteit Wageningen, de Jan Wolkers Prijs 2015 gekregen, de prijs voor het beste natuurboek. Zijn boek Niet zonder elkaar - bloemen en insecten heeft opeens een breed publiek bereikt en daar was hij als wetenschapper toch niet zo aan gewend, zegt hij.<ref>Volkskrant Caspar Janssen 18 oktober</ref> }}
{{bijv-1|- <ref>Volkskrant </ref> }}
{{-syn-}}
{{-syn-}}
* [[ambtsrust]], [[pensioen]]
*
{{-ant-}}
*
{{-trans-}}
{{trans-top|1. }}
{{eng}}: {{trad|en|}}
{{trans-bottom}}
{{-info-|W=nl:emeritaat}}
{{-info-|W=nl:emeritaat}}
{{refs}}
{{refs}}
{{nodef}}

Versie van 24 mei 2017 11:47

Nederlands

[[afbeelding: |thumb|]]

Uitspraak
Woordafbreking
  • eme·ri·taat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord emeritaat emeritaten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

emeritaat o [2]

  1. de toestand van een persoon die zijn functie als hoogleraar of predikant, na goede vervulling, heeft neergelegd
    • - In 1994 werd monseigneur Huub Ernst onderscheiden als ‘Beste Brabander’. Dat verbaasde niemand, want de bisschop van Breda, twee jaar daarvoor met emeritaat gegaan, genoot grote populariteit. Hij had oog voor de noden van de gewone man en vrouw, stond dicht bij de mensen en wees openlijk atoomwapens af.[3] 
    • - Enigszins beduusd ervan is Louis Schoonhoven (84) wel, na afloop van de Vroege Vogels-uitzending, zondagochtend. Hij heeft zojuist, vele jaren nadat hij met emeritaat is gegaan als hoogleraar entomologie aan de - toen nog - Landbouwuniversiteit Wageningen, de Jan Wolkers Prijs 2015 gekregen, de prijs voor het beste natuurboek. Zijn boek Niet zonder elkaar - bloemen en insecten heeft opeens een breed publiek bereikt en daar was hij als wetenschapper toch niet zo aan gewend, zegt hij.[4]  
Synoniemen

Meer informatie

Verwijzingen

  1. emeritaat op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. NRC Guido de Vries 22 mei 2017
  4. Volkskrant Caspar Janssen 18 oktober