rustpauze

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  rustpauze    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• rust·pau·ze

Woordherkomst en -opbouw

• gebruik: {{samen|nld|…}}

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	rustpauze	rustpauzes rustpauzen
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

rustpauze v / m

1. pauze om te rusten

Gangbaarheid

• Het woord rustpauze staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rustpauze" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.