vastmaken: verschil tussen versies

Uit WikiWoordenboek
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
HydrizBot (overleg | bijdragen)
k Robot: opschonen van oude interwikilinks
→‎top: prevalentie-informatie met AWB
Regel 16: Regel 16:
*{{spa}}: {{trad|es|asegurar}}, {{trad|es|atar}}, {{trad|es|sujetar}}, {{trad|es|fijar}}
*{{spa}}: {{trad|es|asegurar}}, {{trad|es|atar}}, {{trad|es|sujetar}}, {{trad|es|fijar}}
{{trans-bottom}}
{{trans-bottom}}
{{-preval-}}
{{wel-GB}}
{{crr13|N=99|V=100}}

Versie van 18 mei 2017 22:56

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vast·ma·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
vastmaken
/ˈvɑstˌmakə(n)/
maakte vast
/ˌmaktə ˈvɑst/
vastgemaakt
/ˈvɑstxəˌmakt/
zwak -t volledig

Werkwoord

vastmaken

  1. overgankelijk ervoor zorgen dat iets vastzit aan iets anders
    • Als je je fiets niet vastmaakt, dan wordt hij misschien gestolen. 
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be