ze: verschil tussen versies

Uit WikiWoordenboek
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
HydrizBot (overleg | bijdragen)
k Robot: opschonen van oude interwikilinks
→‎top: prevalentie-informatie met AWB
Regel 27: Regel 27:
*{{lim}}: {{trad|li|die}}
*{{lim}}: {{trad|li|die}}
{{trans-bottom}}
{{trans-bottom}}
{{-preval-}}

{{wel-GB}}
{{crr13|N=99|V=99}}


{{=lim=}}
{{=lim=}}

Versie van 18 mei 2017 12:46

Nederlands

  enkelvoud meervoud
onderwerp voorwerp onderwerp voorwerp
1e persoon ik
'k
mij
me
wij
we
ons
2e persoon
(informeel)
jij
je
jou
je
jullie jullie
2e persoon
(formeel)
u u u u
2e persoon
(regionaal)
gij
ge
u gij
ge
u
3e persoon
(mannelijk)
hij
ie
hem
'm
zij
ze
(dat.) hun
(acc.) hen
ze
3e persoon
(vrouwelijk)
zij
ze
haar
'r, d'r
3e persoon
(onzijdig)
het
't
het
't
Boven: benadrukte vorm. Onder: onbenadrukte vorm
Uitspraak
Woordafbreking
  • ze

Persoonlijk voornaamwoord

ze

  1. clitische vorm van zij; derde persoon vrouwelijk enkelvoud, onderwerp
    • Komt ze vanavond nog? 
  2. clitische vorm van zij; derde persoon meervoud, onderwerp
    • Ze hebben daar zo hun redenen voor. 
  3. (spreektaal) clitische vorm van hen of hun; derde persoon meervoud, voorwerp
    • Heb je ze al een briefje geschreven? 
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]


Limburgs

Uitspraak
  • IPA: /zɐ/ (Etsbergs)

Persoonlijk voornaamwoord

ze

  1. gemuteerde onbeklemtoonde nominatief van doe.
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be