schlemielig: verschil tussen versies

Uit WikiWoordenboek
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
→‎top: prevalentie-informatie met AWB
 
Regel 8: Regel 8:
*afgeleid van [[schlemiel]] {{suff|nld|-ig}}
*afgeleid van [[schlemiel]] {{suff|nld|-ig}}
{{adjcomp|p=1|{{pn}}|[[{{pn}}e]]|[[{{pn}}er]]|[[{{pn}}ere]]|[[{{pn}}st]]|[[{{pn}}ste]]|part=[[{{pn}}s]]|partcomp=[[{{pn}}ers]]}}
{{adjcomp|p=1|{{pn}}|[[{{pn}}e]]|[[{{pn}}er]]|[[{{pn}}ere]]|[[{{pn}}st]]|[[{{pn}}ste]]|part=[[{{pn}}s]]|partcomp=[[{{pn}}ers]]}}

{{-adjc-|nld}}
{{-adjc-|nld}}
'''{{pn}}'''
'''{{pn}}'''
Regel 19: Regel 18:
{{-rel-}}
{{-rel-}}
* [[sneu]]
* [[sneu]]
{{-preval-}}
{{wel-GB}}
{{crr13|N=88|V=57}}
{{refs}}
{{refs}}

Huidige versie van 7 mei 2017 om 11:05

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schle·mie·lig
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen schlemielig schlemieliger schlemieligst
verbogen schlemielige schlemieligere schlemieligste
partitief schlemieligs schlemieligers -

Bijvoeglijk naamwoord

schlemielig

  1. als van of door een schlemiel, krachteloos, haast meelijwekkend
    • En in de ochtendrand van de nacht, waarin traditioneel het afscheid van de minnenden plaatsvindt zoals de middeleeuwse troubadours al in hun dageraadsliederen bezingen, volgt een schlemielig scheiden van de geliefde. [1]

Bijwoord

schlemielig

  1. als van of door een schlemiel, krachteloos, haast meelijwekkend
    • Soms sneuvelden zij nogal schlemielig, bijvoorbeeld bij het sporten, soms léék het erop. [2]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

86 % van de Nederlanders;
55 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen