schokken: verschil tussen versies

Uit WikiWoordenboek
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎top: prevalentie-informatie met AWB
HydrizBot (overleg | bijdragen)
k Robot: opschonen van oude interwikilinks
Regel 18: Regel 18:
{{wel-GB}}
{{wel-GB}}
{{crr13|N=100|V=100}}
{{crr13|N=100|V=100}}

[[chr:schokken]]
[[en:schokken]]
[[fr:schokken]]
[[mg:schokken]]

Versie van 1 mei 2017 23:20

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schok·ken
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

schokken

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
schokken
schokte
geschokt
zwak -t volledig
  1. heftig bewegen
    • De auto schokte hevig op weg met gaten. 
  2. heftig emotioneel geraakt worden
    • Het nieuws over de vermoorde president schokte iedereen. 

Zelfstandig naamwoord

de schokkenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord schok

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be