vaalgeel: verschil tussen versies

Uit WikiWoordenboek
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎top: prevalentie-informatie met AWB
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 12: Regel 12:
#{{kleur|nld}} een vaal geworden kleur geel
#{{kleur|nld}} een vaal geworden kleur geel
{{bijv-1|Heeft u die ook in het '''{{pn}}'''?}}
{{bijv-1|Heeft u die ook in het '''{{pn}}'''?}}
{{adjcomp|{{pn}}|[[vaalgele]]|nocomp=1}}
{{adjcomp|p=1|{{pn}}|[[vaalgele]]|[[vaalgeler]]|[[vaalgelere]]|[[{{pn}}st]]|[[{{pn}}ste]]|part=[[{{pn}}s]]|partcomp=[[vaalgelers]]}}
{{-adjc-|nld}}
{{-adjc-|nld}}
'''{{pn}}'''
'''{{pn}}'''

Versie van 6 mrt 2017 10:24

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vaal·geel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vaalgeel
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

vaalgeel o

  1. (kleur) een vaal geworden kleur geel
    • Heeft u die ook in het vaalgeel? 
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen vaalgeel vaalgeler vaalgeelst
verbogen vaalgele vaalgelere vaalgeelste
partitief vaalgeels vaalgelers -

Bijvoeglijk naamwoord

vaalgeel

  1. (kleur) de kleur vaalgeel hebbend
    • Hij rijdt in een vaalgele auto. 

Gangbaarheid

80 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be